De regels
De overstreping van complexe getallen wordt in platte tekst weergegeven met één minteken, ongeacht de lengte van de streep. Voor het minteken staat een accolade 'openen' om aan te geven dat het om een streep over andere tekst gaat. Er volgt geen accolade 'sluiten'. Alle tekst die achter het eerste minteken staat hoort niet meer bij de overstreping, maar bij de tekst eronder. Als er spaties voorkomen in deze tekst, worden haken gebruikt om aan te geven welk deel overstreept is.
Voorbeelden
Voorbeeld 1
De geconjugeerde van het imaginaire getal 2i.
Wiskunde | Lineair |
---|
| {-2i = -2i |
De tekst {- geeft aan dat de erop volgende expressie overstreept is.
Voorbeeld 2
De geconjugeerde van -2i.
Wiskunde | Lineair |
---|
| {--2i = 2i |
De tekst {- geeft aan dat de erop volgende expressie overstreept is. De - erna hoort dus bij 2i.
Voorbeeld 3
De geconjugeerde van een complex getal.
Wiskunde | Lineair |
---|
| {-(-5 - 4i) = -5 + 4i |
De haken geven aan welk deel overstreept is.
Voorbeeld 4
De geconjugeerde van een som is de som van de geconjugeerden.
Wiskunde | Lineair |
---|
| {-(~a + ~b) = {-~a + {-~b |
De Griekse letters alfa en bèta worden genoteerd als ~a en ~b. Zie ook het artikel over symbolen voor Griekse letters.
Voorbeeld 5
De geconjugeerde van het complexe getal z is a + bi.
Wiskunde | Lineair |
---|
| {-z = {-(a + bi) |