Regels en voorbeelden: breuken

Rekenen met breuken voor blinde leerlingen

Als Siem zijn verjaardagstaart in 8 gelijke stukken verdeelt en Nienke krijgt één zo'n stuk, dan krijgt ze ‘één achtste’ van Siems taart. Eén achtste wordt dan als een breuk weergegeven, in de vorm van een teller boven de streep en de noemer onder de streep. Maar hoe geef je dat weer in tekst voor de brailleleesregel? En hoe zit het als je als blinde leerling moet rekenen met breuken? Bekijk de regels en voorbeelden.

Delen en breuken 

Er zijn verschillende tekens voor delen:

  1. Een dubbele punt
  2. Een schuine streep (slash)
  3. Een deelteken dat bestaat uit een kort liggend streepje met een punt erboven en een punt eronder
  4. Een horizontale streep

De dubbele punt blijft altijd een dubbele punt, ongeacht of deze wordt gebruikt als verhoudingsteken, deelteken of anders. Alle andere tekens worden weergegeven met een schuine streep (slash).
In de huidige notatie is het gebruik van spaties en haken niet strak gedefinieerd. Er wordt naar gestreefd om dit punt in de toekomst te verbeteren. Hieronder staan de nu geldende regels.

Spaties

Rond de dubbele punt staan altijd spaties. In tegenstelling tot andere bewerkingen staan in de lineaire notatie in principe geen spaties om de schuine streep. Dit is gedaan om eenvoudige breuken zoals 1/2 niet onnodig lang te maken. Een spatie is soms nodig om een onder- of bovenindex aan te duiden, zie voorbeelden 10 en 12.

Haken

Bij samengestelde expressies worden haken gebruikt. Hier mogen uitzonderingen op worden gemaakt als een spatie duidelijker is. Als er haken nodig zijn om de teller en/of de noemer, dan worden de teller én de noemer tussen haken geplaatst. Dit geldt dus ook als de teller óf de noemer zonder haken geschreven kan worden. 

We streven naar een strakker gebruik van spaties en haken in de toekomst. We willen het gebruik van haken waar mogelijk vermijden. In afwachting van de werkgroep wiskundebraille van de Braille Autoriteit, die sinds juni 2018 in oprichting is, brengen we hier vooralsnog echter geen wijzigingen in aan.

Voorbeelden

Voorbeeld 1

De dubbele punt als deel- of verhoudingsteken.

Wiskunde

Lineair

54 : 9 = 6

54 : 9 = 6

Voorbeeld 2

Het verhoudingsteken.

Wiskunde

Lineair    

De verhouding van drie getallen is 7 : 5 : 3

De verhouding van drie getallen is 7 : 5 : 3

Voorbeeld 3

Deling met de schuine streep.

Wiskunde

Lineair    

54 / 9 = 6

54/9 = 6

Voorbeeld 4

Deling met de horizontale streep.

Wiskunde

Lineair

54 9 = 6

54/9 = 6

Voorbeeld 5

Deling met het deelteken.

Wiskunde

Lineair

54 ÷ 9 = 6

54/9 = 6

Voorbeeld 6

Een eenvoudige breuk.

Wiskunde

Lineair

3 4

3/4

Voorbeeld 7

Verschillende schrijfwijzen voor een half.

Wiskunde

Lineair

1 2 en 1 / 2 en ½

1/2 en 1/2 en 1/2

Voorbeeld 8

Breuken in een langere expressie.

Wiskunde

Lineair

2 1 2 + 21 2 = 13

2 1/2 + 21/2 = 13

De spatie tussen 2 en 1/2 zorgt ervoor dat er tweeënhalf staat. Vergelijk dat met 21/2 (zonder spatie) na het plusteken.

Voorbeeld 9

Een breuk met haken in teller en noemer.

Wiskunde

 Lineair

4 + 2 4 2 = 3

(4 + 2)/(4 - 2) = 3

De teller en de noemer bevatten allebei een bewerking. Er zijn haken nodig om duidelijk te maken wat in de teller staat en wat in de noemer.

Voorbeeld 10

Een breuk met indexen zonder haken.

Wiskunde

Lineair

u n v n

u_n / v_n

De teller en de noemer kunnen zonder haken geschreven worden. De spatie na u_n is nodig om de onderindex n af te sluiten. Daarom worden er spaties om de schuine streep geschreven.

Voorbeeld 11

Een breuk met een wortel in de teller.

Wiskunde

Lineair

5 + 4 6 3

(sqrt(5 + 4))/(6 * 3)

Voorbeeld 12

Een breuk met een macht, zonder of met haken.

Wiskunde

Lineair

a p q

a^p / q of (a^p)/(q)

In dit geval kan de breuk zonder haken geschreven worden. De spatie beëindigt de exponent p. Ook kan de breuk met haken geschreven worden om vergissingen te voorkomen.

Meer weten?