Hoe kies je de juiste leesvorm?

Deze keuze- en evaluatievragen helpen je op weg

Iedere leerling is anders. En iedere leesbeperking is anders. We krijgen dan ook vaak vragen binnen over hoe je tot de juiste keuze komt voor een leesvorm. Het helpt als je weet welke vragen je moet stellen. En eenmaal een leesvorm gekozen: test of het echt werkt!

Helpen kiezen

Onze toegankelijkheidsmanager bij Dedicon licht toe: ‘Wie voor de keuze van een leesvorm staat, adviseer ik altijd zichzelf enkele specifieke keuzevragen te stellen. Deze vragen zijn van belang om de middelen, de omgeving én de wensen van de leerling in kaart te brengen. En vervolgens op elkaar af te stemmen.’ 

De gebruiker

  • Aan welke vorm van ondersteuning heeft de individuele leerling behoefte?
  • Wat past bij de leerling en zijn school- en thuissituatie?

De taken

  • Waarvoor moet en wil de leerling het product (vooral) gebruiken?
  • Welke taken moet de leerling kunnen uitvoeren?

De omgeving

  • Welke praktische vorm van ondersteuning is er bij problemen en vragen (op school én thuis)?
  • Welke technische voorwaarden voor gebruik (bijvoorbeeld internet) zijn aanwezig? 
  • Welke organisatorische afspraken zijn gemaakt tussen leerling, ouders en school?
  • Waar moeten deze uitgevoerd kunnen worden: op school, thuis en/of onderweg?

De technologie

  • Welke leesvormen werken technisch goed samen met apparaten en software?

SETT-model van Joy Zabala

Deze vragen om middelen, omgeving en wensen van de gebruiker in kaart te brengen, zijn gebaseerd op het SETT-model van Joy Zabala. SETT staat voor Student, Environment, Task en Technology. Meer over de achtergronden en downloads vind je op http://joyzabala.com

2 tips 

  1. Natuurlijk is de leerling altijd het uitgangspunt. Het kiezen wordt makkelijker met de gratis demoproducten van alle leesvormen. 
  2. Bekijk bij de start van groep 7 al welke leesvormen kunnen ondersteunen. Zo is de leerling bij de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs al gewend te werken met deze hulpmiddelen. In de brugklas verandert namelijk alles en als de leerling dan nog eens moet starten met de hulpmiddelen, dan is dat extra pittig.

Evalueer of het hulpmiddel helpt 

Om te achterhalen of de gekozen leesvorm ook echt goed past bij de leerling, evalueer je dat samen met de leerling zelf. Dat doe je aan de hand van deze '3G's Gemak, Genot en Gewin. Hoe meer vragen met een ‘ja’ beantwoord kunnen worden, hoe beter de leesvorm ook echt past. De kans op acceptatie en langdurig gebruik nemen toe als deze alle drie hoog scoren. Een lage score op een onderdeel kan aanleiding zijn voor meer ondersteuning of een andere keuze. Ook de omgeving is een zwaarwegende factor.

Gemak

  • Eenvoudig te gebruiken?
  • Betrouwbaar?
  • Efficiënt en zonder te veel handelingen te gebruiken?
  • Passend bij taken?
  • Ondersteuning aanwezig?

Genot

  • Motiverend?
  • Prettig?
  • Geeft zelfvertrouwen?
  • Zelfredzaam in gebruik?

Gewin

  • Verbetert het leren?
  • Verbetert resultaten?
  • Effectief (bereikt het doel)?

Model van Betty Collis

De vragen van de 3G’s zijn gebaseerd op het 4E-model van Betty Collis. Zij maakt in het model onderscheid tussen de factoren:  

  • Ease of use (gemak) 
  • Engagement (genot) 
  • Effectiveness (gewin)  
  • in een specifieke Environment (omgeving).  

Meer weten?